
De provincie Fryslân en het Rijk zetten een belangrijke stap richting een gezamenlijke Friese Energiedeal.
Tijdens een gesprek tussen minister Hermans, gedeputeerde Knol en wethouders Stellingwerf (Leeuwarden) en Van Opzeeland (Opsterland) is afgesproken om de komende maanden te verkennen hoe zo’n energiedeal eruit kan zien. Daarmee heeft de minister een duidelijke toezegging gedaan om samen met de provincie te onderzoeken welke afspraken nodig zijn om de energietransitie eerlijk en toekomstbestendig vorm te geven.
De provincie Fryslân onderschrijft het nationale belang van de energietransitie. Grote rijksprojecten – zoals gaswinning, het Programma Aanlanding Wind op Zee (PAWOZ), de 380 kV-verbinding en de waterstofbackbone – hebben echter een forse ruimtelijke en maatschappelijke impact op Fryslân, terwijl de baten elders in het land terechtkomen.
De provincie is bereid hierin verantwoordelijkheid te nemen, maar alleen in een gelijkwaardige samenwerking met het Rijk. “Landschappelijk en maatschappelijk nemen wij hier als provincie onze verantwoordelijkheid. Maar dat werkt twee kanten op ”, aldus gedeputeerde Sijbe Knol. “De provincie wil bijdragen aan het realiseren van nationale doelen voor klimaat en energie, maar wij willen dan wel dat het Rijk ook investeert in de regio die deze opgave draagt.”
Een Friese Energiedeal moet daarom een robuuste, meerjarige afspraak worden, waarin helder is hoe lusten en lasten worden verdeeld en hoe het Rijk investeert in het regionale fundament dat al deze ontwikkelingen mogelijk maakt.
Afspraak met ministerie
De concrete afspraak met het ministerie is dat we op zoek gaan om (subsidie)regelingen passend te maken, antwoorden te zoeken op knelpunten in de energie-infrastructuur en daar waar mogelijk pilots te draaien. Op dit moment zijn de regelingen met name gemaakt voor massa en de grootste impact. “Urgentie zit niet altijd in grootte. Regionale en lokale problematiek zijn ook urgent. Dat moet passend gemaakt worden op onze schaal”, zegt Knol. “We hebben voorbeelden genoeg, denk aan Hallum, Betterwird, maar ook de grote potentie van waterwarmte in onze provincie. Daar hebben we het Rijk bij nodig.”