De verkoop- en het afsteken van
vuurwerk wordt net als vorig jaar de komende jaarwisseling verboden. Dit om een extra belasting van de zorg, handhavers en hulpverleners zo veel mogelijk te voorkomen.
LANDELIJK, 19-11-2021 - De ministerraad heeft op voorstel van minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en staatssecretaris Van Weyenberg van Infrastructuur en Waterstaat ingestemd met dit tijdelijke verbod. Net als vorig jaar zullen vuurwerkondernemers passende compensatie ontvangen.
Zorg ontlasten
Jaarlijks wordt er bij de nieuwjaarsviering een extra beroep gedaan op de zorg. Dat wil het kabinet dit jaar voorkomen vanwege de enorme druk op de zorgprofessionals als gevolg van COVID-19. Vorig jaar droeg het vuurwerkverbod bij aan aanzienlijk minder bezoeken aan de spoedeisende hulp en minder spoedoperaties.
Tijdens de jaarwisseling van 2019 was er sprake van circa 1.300 vuurwerkslachtoffers (385 op de spoedeisende hulp, 900 bij huisartsenposten), terwijl bij het vuurwerkverbod van 2020 het aantal vuurwerkslachtoffers met 70% daalde naar bijna 400 (108 op de spoedeisende hulp, naar schatting 275 bij huisartsenposten).
Vuurwerkshows gemeenten
Het tijdelijke vuurwerkverbod richt zich op het afsteken en de verkoop van consumentenvuurwerk. Professionele vuurwerkshows georganiseerd door gemeenten vallen niet onder dit tijdelijke verbod. Of deze vuurwerkshows doorgaan is aan gemeenten zelf en zal ook afhangen van eventuele nationale vervolgmaatregelen.