Gemeentelijke lasten hier minimaal omhoog

Huiseigenaren betalen dit jaar gemiddeld 3,4 procent meer onroerendezaakbelasting (OZB), blijkt uit het woonlastenonderzoek van Vereniging Eigen Huis in 345 gemeenten. Gemeente De Fryske Marren springt er gunstig uit met een stijging van de gemeentelijke lasten van 0,3 procent per meerpersoonshuishouden ten opzichte van 2021.

Huiseigenaren zijn in De Fryske Marren 792,73 euro kwijt aan woonlasten tegen 790,25 euro vorig jaar. Voor de OZB is dat 300,73 euro (was 289,25 euro in 2021), voor de afvalstoffenheffing 282 euro (was 294) en de rioolheffing 210 euro (was 207 euro). Landelijk is de gemiddelde stijging van de afvalstoffenheffing vier procent en gaat de rioolheffing bijna één procent omhoog. Net als vorige jaren zijn er ook nu weer grote uitschieters naar boven en beneden geconstateerd.

OZB als gatenvuller

‘Het kabinet moet gemeenten structureel voldoende geld geven om opgedragen Rijkstaken zoals de jeugdzorg uit te voeren. Gebeurt dat niet dan is de kans groot dat steeds meer gemeenten de OZB moeten verhogen. Huiseigenaren laten opdraaien voor tekorten in de jeugdzorg is voor de vereniging onverteerbaar. Dat probleem moet op een andere manier worden opgelost,’ zegt directeur belangenbehartiging Karsten Klein van de Vereniging Eigen Huis. Veel gemeenten geven aan dat de OZB voor hen de enige mogelijkheid is om tekorten bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg te dekken. Het kabinet kondigde in het coalitieakkoord een bezuiniging op de jeugdzorg aan van 500 miljoen per jaar vanaf 2025. De Eerste Kamer wil dat dit wordt teruggedraaid.

VEH doet jaarlijks onderzoek naar de gemeentelijke woonlasten; in december is een steekproef gedaan onder ruim 100 gemeenten en in februari een onderzoek onder alle gemeenten. Deze onderzoeken worden uitgevoerd door Marlyse Research. De gepubliceerde bedragen zijn gebaseerd op de tarieven die gemeenten hebben verstrekt en op de gemiddelde WOZ-woningwaarden van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De cijfers van prijsstijgingen zijn afkomstig van toezichthouder De Waarderingskamer.