In november 2023 maakte het bestuur van de Stichting Zeesleepboot Holland bekend dat het in de loop van 2024 zou stoppen met de exploitatie van de zeesleper als varend erfgoed. De belangrijkste redenen waren: een verwacht tekort aan vrijwilligers, aanmeerproblemen op Terschelling, en een steeds toenemende druk van allerlei regelgeving.
HARLINGEN, 05-02-2024 - In een reactie hierop heeft de PESK-groep, met daarin oud-bestuurders, vrijwilligers en andere stake-holders, onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de Holland toch de komende jaren in de vaart te houden. Er is gesproken met externe deskundigen, betrokkenen uit de Holland-organisatie en grote sponsors. Recent heeft de PESK-groep de uitkomsten van haar onderzoek besproken met het bestuur. De PESK-groep heeft geconcludeerd dat, onder een aantal voorwaarden, het mogelijk is om een verantwoorde exploitatie van de Holland voort te zetten, waarbij voldaan wordt aan alle relevante eisen op het gebied van veiligheid. Vertrekpunt is dat de Holland weer zonder moeilijkheden in de haven van Terschelling kan aanmeren.
Samen met de PESK-groep heeft de stichting besloten dat een nieuw bestuur deze plannen zal gaan realiseren. Als voorzitter van het bestuur zal worden benoemd de heer Jos Zandhuis; overige posities zullen op korte termijn worden ingevuld. Jos Zandhuis (67) is oud-bestuurder bij de organisatie Boer & Croon. Hij is vertrouwd met nautische en maritieme aangelegenheden, en bekend met de Holland vanaf de beginjaren van de stichting.
Op korte termijn zal voorts een nieuwe Raad van Toezicht worden aangesteld. Daarin hebben zitting Sake Wijma, Age Offringa, Dick Sluis en Fritz Conyn als voorzitter. Allen zijn langjarig betrokken bij de Zeesleepboot Holland.
Het besluit tot een doorstart van de Holland is mee gebaseerd op het grote aantal ontvangen steunbetuigingen van particulieren, donateurs, kleinere en grotere sponsors en van onze vrijwilligers. Met name moeten hier genoemd de Stichting Guusjen, de Gemeente Terschelling, het Maritiem Instituut Willem Barentsz en de Gemeente Harlingen.
Alle betrokken bestuurders zijn verheugd dat met dit grote draagvlak de Holland als varend monument van de Noordelijke scheepsbouw zichtbaar zal blijven voor alle liefhebbers van maritiem erfgoed.